Altaar met de Maaltijd te Emmaüs:
Christus, gezeten achter de tafel, houdt een stuk brood in zijn rechter- en een kelk in zijn linkerhand. Zijn blik is gericht op het brood. Een van beide Emmaüsgangers zit rechts van hem; zijn rechterhand rust op de tafel, zijn linkerhand houdt hij tegen de borst. De andere zit aan de korte zijde van de tafel op een kruk. Hij houdt zijn rechterhand omhoog terwijl de andere hand op de tafelrand rust. Beide mannen hebben het hoofd opwaarts gericht. Op de met een kleed bedekte tafel staat een schaal met brood. Op de grond aan de linkerzijde een kruik.