Het kunstwerk verbeeld op symbolische wijze de geschiednis van dit stadsdeel. Van rechts naar links:
De paarden verwijzen naar de cavalerie die een tijdlang in Roermond gelegerd is geweest evenals de manege in de Kloosterwandstraat. De vroegere Kruisheren heeft Schoenmakers met twee kruisen en een bonnet uitgebeeld. De verwoesting en de opbouw van de oude abdij zijn met de jaartallen 1213 en 1218 terug te vinden. Vervolgens graaf Gerard IV van Gelre en zijn vrouw Margaretha van Brabant met in haar hand de Munsterkerk. Het grafelijk echtpaar is in de Munsterkerk begraven.
De carnaval is middels de Roermondse ‘Uul’ gesymboliseerd en links daarvan de kluizenaar die volgens overleveringen in dit gebied geleefd zou hebben. Om het hoekje completeren drie nonnen en een kind het reliëf als herinnering aan de vroegere bewaarschool van de zusters.



