De vrouwenfiguur verbeeldt ‘De Koningin van de Vrede‘. De duif staat symbool voor de vrede. Sinds Noach een duif uitliet om te verkennen of de wereld, na de grote vloed, weer bewoonbaar was, is de duif een symbool geworden voor goede tijdingen. Met goede tijdingen wordt meestal het uitbreken van de vrede bedoeld.
De geschiedenis
Het vredesmonument in Stramproy (gemeente Weert) is opgericht ter nagedachtenis aan vijf medeburgers die in de Tweede Wereldoorlog of tijdens de strijd in het voormalige Nederlands-Indië door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Tevens herinnert het aan de bevrijding van het dorp op 22 september 1944 en het herwinnen van vrijheid en vrede.
De namen en sterfdata van de vijf slachtoffers luiden:
H. Kirkels (4-4-1944), H. Leijssen (22-9-1948), H. Kwaspen (5-5-1948), W. Peeters (13-11-1942) en J. Vranken (9-12-1944).
In april 1944 werden door verraad vier verzetsmensen door de Sicherheitsdienst opgepakt: Lieske Geenen, Lies Leyssen en de broers Tjeu en Zjef Vranken. Zij hadden onderduikers geholpen. Onder de schare hulpbehoevenden had ook een onachtzame Leidse student gezeten. Heel Stramproy hield hem voor de verrader. De gevangenen werden naar Den Bosch gebracht. Na twee weken kwam Tjeu Vrancken vrij. Ook Lies Geenen en Lies Leyssen werden spoedig daarop vrijgelaten. Alleen met Zjef Vranken liep het slecht af. Na een verblijf in Vught werd hij korte tijd op het vliegveld bij Venlo tewerkgesteld. Daarna ging hij op transport naar het concentratiekamp Oldenburg, waar hij een ernstige vorm van dysenterie opliep. Zjef Vrancken is zeer waarschijnlijk op 9 december 1944 overleden.
In Stramproy verbleven tijdens de bezetting veel onderduikers. Bijna iedereen in de gemeente droeg een steentje bij. Met name de boeren waren belangrijke leveranciers van voedsel. Vanuit het Bisschoppelijke College in Weert stippelde een comité de lijnen uit voor hulp aan onderduikers. Twee leden van dit comité werden in de maanden juni en augustus 1944 gearresteerd. Guus Hermans en Frits Nies zouden nooit meer terugkomen. Een Stramproyer verzetsman, Baer Weerens, kon door zijn koelbloedigheid aan de bezetter ontkomen. Hij was een meester in het uitstippelen van ontsnappingsroutes naar België. Op een dag werd hij door een Duitse patrouille aangehouden en verzocht zich te legitimeren. Tot zijn schrik merkte Baer dat hij geheel tegen zijn gewoonte in een lijstje met namen van onderduikers in zijn zak had. Baer deed net alsof hij snipverkouden was. Hij frommelde het papiertje dat in zijn broekzak zat, in een zakdoek en terwijl hij uitvoerig en luidruchtig stond te snuiten, duwde hij het propje papier in zijn mond. De bezetter had niets in de gaten en liet hem na een uur vragen stellen weer gaan.
Locatie
Het monument is geplaatst in de hoek van de Prins Bernardstraat, de Prinses Beatrixstraat en de Sint Willibrordusstraat te Stramproy (gemeente Weert).